Report Congres World Report On Disability And Cbr Guidelines In Different National And Cultural Contexts

28 oktober 2011 Utrecht
Organisatoren: Disability Studies in Nederland; Dutch Coalition on Disability and Development; St. Enablement; Liliane Fonds

Fotoreportage

DEEL 1. DE PLENAIRE PRESENTATIES

De grote zaal in het statige gebouw in Utrecht is goed gevuld met mensen van over de hele wereld. Ton Millenaar, voorzitter van de Dutch Coalition on Disability and Development opent de vergadering. Hij verwelkomt de gasten en geeft het woord aan Jenny Goldschmidt, die de dagvoorzitter is. Zij is hoogleraar mensenrechten aan de Universiteit Utrecht en vervult daarnaast vele andere functies.

Centraal vandaag staan het Wereld rapport over disability van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Wereldbank uit 2011 én de nieuwe richtlijnen voor Community Based Rehabilitation uit 2010. Beide documenten bieden een leidraad voor het implementeren van het Verenigde Naties Verdrag over de rechten van mensen met een beperking. Het VN Verdrag verwijst niet alleen naar fundamentele veranderingen in het beleid, maar ook naar veranderingen in het denken over en de benadering van ’disability’. Het uiteindelijke doel is de inclusieve samenleving.
De eerste spreker is het levende bewijs van het streven naar zo'n samenleving. Jenny Goldschmidt: "He is to me Mr. Disability, Mr. Disability knowledge, Mr. Disability policy."

Tom Shakespeare meldt dat het congres plaatsvindt in roerige tijden. Enige dagen daarvoor was hij in Caïro geweest en had de Arabische lente met eigen ogen gezien. Gisteren heeft hij nog met zijn collega's gesproken over Community Based Rehabilitation, maar vandaag zal hij het over het wereldrapport hebben. Het wereldrapport over disability is tot stand gekomen in opdracht van de 193 lidstaten die verenigd zijn in de Wereld Gezondheid Assemblee.
Voor de Wereldgezondheidsorganisatie is de omschrijving van disability gebaseerd op de Internationale Classificatie van Functioneren (ICF). Vroeger werd de WHO gezien als een organisatie die strikt uitging van het medische model, tegenwoordig werkt de organisatie steeds meer vanuit het besef dat disability sterk beïnvloed wordt door de omgeving waarin het functioneert. Het is hem ook duidelijk geworden dat er nog grote gaten zitten in onze kennis over disability en dat er nog veel onderzoek moet plaatsvinden.

Geen kopie

Shakespeare waarschuwt voor het idee dat het wereldrapport een staalkaart biedt die voor alle aangesloten landen direct toepasbaar zou zijn. Er zijn positieve voorbeelden, maar geen enkel land heeft het alles al voor elkaar. Elk land zal moeten uitvinden wat belangrijk is om in dat land een inclusieve samenleving te realiseren. De landen kunnen van elkaar veel leren, maar niet kopiëren. De totstandkoming van het rapport is een langdurig proces geweest waaraan vele, vele partijen hebben deelgenomen. 380 personen uit 70 landen hebben een kleinere of grotere bijdrage geleverd. "Er is geschreven, voorgelegd, aangepast, geschreven en weer aangepast."
Bij het maken van het wereldrapport is een belangwekkend cijfer boven gekomen: 15% van de bevolking, dat is een miljard mensen, heeft een of andere vorm van beperking. Vroeger dacht men dat het getal lager was, maar dat kwam omdat men anders telde. Nu ziet men dat disability zich voordoet in vele verschijningsvormen. Er worden nu ook een aantal ouderdomsverschijnselen toe gerekend, en ook aids en hiv.

Zelfs gezondheidszorg

Shakespeare: "We zochten naar hindernissen en barrières en hebben ze gevonden." Mensen met een beperking worden twee keer zo vaak geconfronteerd met dienstverleners, apparatuur of vaardigheden die niet passen bij hun wensen. Ze worden vier keer zo vaak onvoldoende of onterecht behandeld dan mensen die geen beperkingen hebben. Drie keer zo vaak krijgen ze geen zorg. "Zelfs tot gezondheidszorg, die toch eigenlijk voor iedereen toegankelijk moet zijn, hebben niet alle mensen met een beperking toegang."
Shakespeare somt een lange lijst feiten op die aangeven dat de positie van mensen met een beperking over de hele linie minder is.
Hij geeft toe dat veel van de aanbevelingen uit het rapport een nogal voor de hand liggend karakter hebben. Maar het is toch nodig om ze steeds weer op te sommen.

Een miljard

Er moet van land tot land een dialoog over het beleid worden aangegaan. De nationale, situationele omstandigheden moeten in elk land nauwkeurig worden bepaald. Dat betekent dat er vele vragen moeten worden gesteld waarvan de antwoorden van land tot land, zelfs van streek tot streek anders zijn.
Er zijn nu een miljard mensen met een beperking. Het zullen er alsmaar meer worden. Met de richtlijnen van het wereldrapport hebben al die mensen nu iets in handen om hun leven met een beperking beter, volwaardiger te maken.
Met trots durft Shakespeare te stellen dat dit wereldrapport het meest toegankelijke is dat ooit door de Verenigde Naties is uitgebracht. De samenvatting is al te krijgen in zes talen, er is een braille versie.
Het rapport is natuurlijk nog niet klaar, het is eigenlijk nog ongeschikt om in de praktijk te worden toegepast. Over de hele wereld moeten burgers uit de aangesloten lidstaten hard werken om het rapport op hun wensen te laten aansluiten en aan hun eisen te laten voldoen.

Ghana

Ratificatie van het VN Verdrag moet volgens het wereldrapport van land tot land uiteindelijk leiden tot een nationaal actieplan. Ander uitgangspunt voor zo'n actieplan is de Community Based Rehabilitation. David Botwey, directeur van de SWEB Foundation in Ghana, geeft in zijn presentatie een uitgebreide uitleg hoe men in Ghana tot een plan voor de Community Based Rehabilitation is gekomen, en hoe men denkt het te gaan uitvoeren. Hij voert ons terug naar de tijd toen alles nog werd gedefinieerd volgens het medische model. Van dat model is nu afscheid genomen; in plaats daarvan gebruiken ze nu in Ghana voor adequate omgang met disability een matrix waarin de belangrijkste levensgebieden zijn opgenomen. Die levensgebieden zijn: onderwijs, gezondheidszorg, leefbaarheid, sociaal bereik en empowerment. Elk leefgebied bestaat steeds uit vijf onderdelen.

Van de bij elkaar 25 onderdelen hebben Botwey en zijn medewerkers onderzocht wat daarvan de kwaliteit is in Ghana. Zo is in de onderdelen speciaal voor gezondheidszorg over het algemeen goed voorzien maar zijn die van bijvoorbeeld leefbaarheid of het sociale bereik nauwelijks beschikbaar. Het aanbod aan cultuur en religie, maar ook kunsten is laag en er is nauwelijks sport of recreatie. Zo geeft de matrix een goed overzicht wat er gedaan moet worden om het leven van mensen met beperkingen in het land beter te krijgen, nu en in de toekomst.

Overheid

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt vertegenwoordigd door Léon Poffé. Hij geeft de aanwezigen duidelijkheid over het beleid van de Nederlandse overheid. Nederland heeft grotendeels afscheid genomen van het medische model. Her en der wordt het nog wel gebruikt.
Veel mensen vragen zich waarom Nederland het VN Verdrag nog niet heeft geratificeerd. De Nederlandse wetgeving verlangt dat na ratificatie alle onderdelen van de wet zijn afgestemd op de richtlijnen die uit het Verdrag voortvloeien.
Een andere reden waarom Nederland het Verdrag nog niet heeft geratificeerd, is dat  de politieke druk op die ratificatie niet al te groot is. Dat verklaart de vertraging voor een deel. Maar de ratificatie zal er zeker komen.

Geen half werk

Poffé is van mening dat de aard en omvang van disability in de wereld een snel ingrijpen van iedereen verlangt. Dat is nodig om te kunnen garanderen dat iedereen uiteindelijk zoveel mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk proces.
Ook zonder ratificatie wekt Nederland de indruk al heel goed te zorgen voor mensen met een beperking. Het lijkt of de wet van de remmende voorsprong heerst. Voor volledige participatie moet op een aantal gebieden nog veel gebeuren. Dat onderschatten we hier iets te veel misschien. Het is voor mensen met een beperking nog steeds veel moeilijker om werk te krijgen. Opleidingsniveaus zijn lager, de toegankelijkheid van bijvoorbeeld sportverenigingen een stuk minder.
Poffé: "Het is onze plicht om te zorgen voor gelijke rechten, gelijke behandeling en gelijke kansen."

Wel begrijpelijk

Wat de vertraging in de ratificatie ook verklaart, is de omvangrijke hoeveelheid richtlijnen die in het Verdrag staan aangegeven. Bij elkaar genomen vormen ze een zeer veelomvattende reeks. De WHO zal toezien op de naleving.
Poffé wil de conclusie van het wereldrapport benadrukken. Daar wordt namelijk goed aangegeven wat de beste aanpak is. Dat is door met zoveel mogelijk partijen zoveel mogelijk samen te werken. Te denken valt aan vertegenwoordigers van nationale regeringen, van patiëntenorganisaties, natuurlijk aan wetenschappers en de vele, vele mensen uit de praktijk, de mensen met een beperking zelf.
Iemand uit de zaal had begrepen dat de vertraging met de ratificatie te maken heeft met iets in onze grondwet. Is dat waar?

Zo slecht nog niet

Jenny Goldschmidt legt uit dat in Nederland ratificatie direct betekent dat het VN Verdrag ook rechtsgeldig is. In andere landen is dat niet het geval. Daar moet het parlement de ratificatie uiteindelijk ook nog eens goedkeuren voordat het Verdrag rechtsgeldig is. In ons land hechten wij er aan om eerst de gehele wetgeving aan te passen op datgene waar de internationale regelgeving op van invloed is.
Mooi voorbeeld is discriminatiewetgeving, die natuurlijk ook opgaat bij mensen die een beperking hebben. Dat zit in ons land wel goed bij onderwijs en arbeid, maar niet voor wat betreft goederen en diensten. Daar moet de wetgeving nog worden aangepast.

Paneldiscussie

De drie sprekers nemen in het tweede deel van de ochtendsessie plaats achter de tafel om met elkaar en het publiek van gedachten te wisselen over het Wereldrapport en de Community Based Rehabilitation Guidelines.
Tom Shakespeare legt uit dat zijn uitwijding over het Wereldrapport niet moet worden uitgelegd als zou Community Based Rehabilitation niet belangrijk voor hem zijn. Wereldrapport en CBR zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Voor hem was het ook interessant om de situatie rond disability in Nederland te vergelijken met die van zijn eigen land, Groot-Brittannië. Veel zaken zijn natuurlijk gelijk in beide landen. Nederland onderscheidt zich nadrukkelijk door het Persoons Gebonden Budget. Dit verdient diepe bewondering. Vanuit de zaal komt de respons dat juist dit PGB zwaar onder druk staat in het huidige Nederlandse beleid.

Shakespeare heeft begrip voor het Nederlandse standpunt ten aanzien van ratificatie. Hij kent helaas genoeg voorbeelden van landen die wel hebben geratificeerd maar waar verder niets gebeurt.
Niet alles in Nederland is koek en ei. De werkgelegenheid onder mensen met een beperking is droevig laag.
De grote overgang van medisch naar sociaal of contextueel model brengt niet alleen voordelen met zich mee. Shakespeare: "Gelijke rechten betekenen ook gelijke verantwoordelijkheden. Wij mensen met een beperking kunnen het niet ons meer laten aanleunen, we moeten ook zelf aan de slag."

Terugnemen

Jenny Goldschmidt vraagt zich af of de invoering van de richtlijnen van het wereldrapport alleen maar meer kosten met zich meebrengen of af dat er ook voordelen zijn. Iemand valt haar bij met de opmerking dat voor meer zelfredzaamheid van mensen met een beperking vormen van microkrediet beschikbaar moeten en kunnen komen. Bij een fonds als het Liliane fonds beseft men nu dat iemand met een beperking ook bij dit soort steun gebaat is.
Al kan een al te eenzijdige kijk op de kosten misleidend zijn. Het is waar dat het persoonsgebonden budget geld kost. Maar met dat geld worden de mensen met een beperking consumenten, zijn ze in staat om (vrijwilligers)werk te verrichten enzovoorts.
Iemand uit het publiek heeft een brute oplossing voor landen die na de ratificatie niets ondernemen: ontneem hen de ratificatie. Shakespeare moest hem echter teleurstellen: zoiets doe je niet bij de Verenigde Naties. De WHO kan wel de lidstaten onder druk zetten. Als de WHO naar buiten brengt dat een lidstaat niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, dan vindt zo'n lidstaat dat niet leuk.
Shakespeare: "We will not wield the big stick, we just poke them a little"

Gezamenlijk

Wat ook behulpzaam is voor succesvolle implementatie van de richtlijnen, is het gebruik van rapportages over de stand van zaken. Dat heeft de WHO al eerder toegepast toen het dragen van motorhelmen te weinig werd nageleefd.
Jenny Goldschmidt vindt dat ook de patiëntenorganisaties in dezen een belangrijke rol spelen. Zij moeten ervoor zorgen dat de informatie aan de WHO niet alleen van de overheden komt. Dan is het wel te betreuren dat de overheid in Nederland de subsidie voor de patiëntenorganisaties heeft teruggedraaid. Daardoor hebben ze minder mogelijkheden tot toezicht.
Léon Poffé meldt dat er laatst iemand met het voorstel kwam om overheid en patiëntenorganisaties gezamenlijk rapporten te laten indienen bij de UN CRPD.
Poffé: "Voor na de ratificatie zullen de Nederlanders een vorm moeten bedenken voor de patiëntenorganisaties om niet alleen een comité in te stellen voor schaduwrapportages maar ook om de overheid te adviseren over het te voeren beleid."
Jenny Goldschmidt: "Is dat opgeschreven?"

Inspraak

Merel Schreurs van de Kaluna Foundation weet dat in Ghana een goed werkend gezondheidszorgsysteem bestaat. Zij vraagt aan David Botwey of hij voorbeelden heeft in hoeverre ook de mensen met een beperking van dat systeem profiteren. Volgens David Botwey worden de mensen met een beperking op dezelfde manier behandeld als de mensen zonder beperking. Ze hoeven dezelfde lage toelage te betalen. Wel ligt sterk de nadruk op CBR, voordat men van het formele medische systeem gebruik kan maken.
Iemand had begrepen dat na ratificatie mensen uit een lidstaat de gelegenheid hebben om bij eventuele bezwaren of misstanden advies te vragen aan het comité. Is dat waar?
Tom Shakespeare geeft aan dat het comité bij zijn vergaderingen wel dagen heeft van algemene discussie. Daar kunnen adviezen worden gegeven. Of men in zal gaan op specifieke adviezen betwijfelde hij. Shakespeare verzoekt de aanwezigen om zijn medewerkers en hem eraan te herinneren om die vorm van algemene discussie of algemeen commentaar te gebruiken om bepaalde voor discussie vatbare onderwerpen ter sprake te brengen.

Boekpresentaties

Na de paneldiscussie wordt een aantal boeken gepresenteerd. Voor de presentatie van een eenvoudig te lezen Nederlandstalige versie van het Wereldrapport wordt in de bijeenkomst even van taal gewisseld naar het Nederlands. Het boekwerkje wordt uitgereikt aan de heer Dé de Haas, van de LFB. Ook voor hem is het Wereldrapport heel belangrijk: net als alle andere mensen met een beperking geeft het rapport ook voor zijn groep, die van de mensen met een verstandelijke beperking, hoop op een betere toekomst.
Verder werd aan mevrouw Silke Hoppe het eerste exemplaar gepresenteerd van de nieuwste publicatie van Disability Studies in Nederland “Verbinding in de context”, van Hoppe, Schippers en Kool, dat een grondige beschrijving geeft van wat er aan disability studies in Nederland en daarbuiten beschikbaar is en welke keuzes in Nederland gemaakt worden.
Het derde boek is “The Dream of Inclusion for All” van Huib Cornielje, een verzameling teksten en artikelen voor mensen die zich bezighouden met de training in Community Based Rehabilitation in verschillende delen van de wereld. Het boek werd uitgereikt aan Rens Verstappen van de Lepra Stichting. Hij kreeg niet het eerste, niet het tweede, maar het twintigste exemplaar, nadat alle deelnemers van de zojuist afgerondde CBR-training al een boek hadden ontvangen.

DEEL 2. DE WORKSHOPS

Na de lunch verspreiden de deelnemers zich over zes zalen. In die zalen worden belangrijke thema's uit het Wereldrapport over beperking nader uitgediept. In de ruimtes zijn discussies te horen die levendig, betrokken, altijd gedreven en hier en daar zelfs wat geëmotioneerd zijn.

Contexts in Community Based Rehabilitation

De workshop is een vervolg op de lezing die David Botwey eerder die dag over het onderwerp heeft gegeven. Hij is ook zelf aanwezig. Community Based Rehabilitation moet aan drie eisen voldoen: kostenbeheersing, participatie en focus op het gezin.
Gevraagd om de criteria voor succes geeft Botwey aan dat je dat top-down maar ook bottom-up kunt bekijken. Top-down is er een goede basis voor Community Based Development als de overheid duidelijke richtlijnen in het beleid heeft neergelegd en die ook goed over de hele breedte heeft uitgevoerd. Bottom-up is Community Based Development optimaal als de bewoners, weliswaar ondersteund, de grootste vrijheid krijgen om de ontwikkeling van mensen met een beperking naar eigen inzicht te begeleiden.
De realiteit is in beide opzichten helaas nog ver weg.

Human Rights: Democratization & Citizenship

Waar mag je twist, dispuut en stellingname verwachten? Bij deze workshop over mensenrechten, democratie en burgerschap. Maar het viel best mee. Over sommige zaken was men het zelfs geheel eens. Mensen met een beperking moeten zoveel mogelijk volledig betrokken worden in het politieke proces. Voor die mensen is het heel belangrijk dat zij leren het politieke proces te begrijpen en beoordelen. Stemrecht is essentieel. Daarom is het belangrijk om vast te stellen waar de grens ligt van de menswaardigheid, wie nog democratische rechten heeft en wie niet, of er een schaal kan worden ontwikkeld van meer of minder rechten. Een vergelijking met kinderen is  gemaakt. Ook kinderen moeten zoveel mogelijk te weten komen. In sommige landen is er een discussie over dierenrechten. De discussie over de rechten is actueel: wie mag wat onder welke omstandigheden.
Iemand deed het voorstel voor ondersteund stemmen, Mensen die wel willen stemmen maar het niet goed kunnen, worden dan door iemand ondersteund bij het invullen. Al zal daarvan de uitvoering niet eenvoudig zijn natuurlijk, het idee verdient wel nader onderzoek.
Sommigen vonden het belangrijk dat het ontwikkelingsniveau meegenomen wordt in de mate van politieke participatie. Dat bracht een ander tot de vraag wanneer de Nederlandse koningin voor het laatst gekozen was.

Quote: Wanneer is de Nederlandse koningin voor het laatst gekozen?

Assistance and Support

Dit is een belangrijk thema in het Wereldrapport. In de workshop wordt de vraag gesteld welke criteria in de landen die aanwezig zijn, werden gehanteerd voor de bepaling wat een beperking is. Wordt daar bijvoorbeeld aids en Hiv toe gerekend, of bepaalde ouderdomsziektes als dementie en Alzheimer? In Malawi wel. Maar daar is het noodzaak wil je van de beschikbare fondsen gebruik kunnen maken. Dan haak je in je land in op thema's waar meer geld voor is.
Er wordt gesproken over wat nu toch het beste uitgangspunt is voor ondersteuning en begeleiding. Veel bewondering is er voor de wijze waarop in Malawi en andere landen de familie als uitgangspunt wordt genomen voor de rehabilitatie van de kinderen. Dat is voor de mensen uit Nederland een eyeopener. De mensen hier zijn de familie als middel voor ondersteuning en begeleiding een beetje kwijtgeraakt. Dertig tot veertig jaar geleden vonden wij het goed als kinderen met een beperking werden opgeborgen in een 24-uurs instelling. De laatste jaren komen de mensen daar op terug, maar het is nog wel het overheersende gebruik. Om dat te doorbreken is niet eenvoudig. De structuur van de uitgebreide familie verschilt sterk van land tot land. Er zijn landen waar die structuur zo hecht is dat een familielid met een beperking erop kan vertrouwen. Dat lijken wij in het westen een beetje kwijtgeraakt. Community Based Rehabilitation in andere landen heeft dat duidelijk gemaakt.
Maar inclusie speelt in alle hoeken en gaten van de samenleving. Er zullen nog heel wat meer actieplannen moeten komen om volledige inclusie in de hele samenleving te realiseren. Want dat is wel het einddoel.

National Action Plans

Een logisch gevolg van ratificatie van het VN Verdrag is de verwezenlijking van een Nationaal Actieplan. Hierin moeten alle onderdelen van toepassing voor verbetering van de positie van de mensen met een beperking samengebracht worden en op elkaar afgestemd.
Tom Shakespeare geeft een gedetailleerde beschrijving waar een plan van actie uit moet bestaan. Zo'n actieplan is een samenvoeging van de grote variëteit aan opvattingen en werkwijzen van alle belanghebbenden en betrokken sectoren. Elk land moet duidelijk krijgen wat daar belangrijk is.
Alle betrokken organisaties moeten bij elkaar komen om de huidige situatie te beschrijven en de juiste volgorde van werken te bepalen. Vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie wordt regelmatig gecontroleerd of een lidstaat vooruitgang boekt.
Barbara Braun van het Ministerie van Arbeid uit Duitsland geeft een presentatie over de situatie van het Nationaal Actieplan in dat land. De politieke structuur in Duitsland maakt de invoering van het plan extra lastig, omdat sectoren als onderwijs, onderzoek, gezondheidszorg en arbeid deels onder de nationale overheid vallen en deels onder die van een deelstaat. De overheid heeft belangenorganisaties aangespoord om in gezamenlijkheid aan te geven hoe zij vonden dat het actieplan eruit moest zien, maar de organisaties kwamen niet tot overeenstemming. Daarom heeft de landelijke overheid nu zelf het initiatief genomen, al was dat met tegenzin.
Léon Poffé van het Nederlandse ministerie van VWS is onder de indruk van de zorgvuldige en uitgebreide aanpak waarmee de Duitse collega's het actieplan ontwikkelen. Het heeft hem duidelijk gemaakt dat Nederland zich alvast moet voorbereiden als het Verdrag geratificeerd wordt. De rol van de niet-overheidsorganisaties is daarbij heel belangrijk. Zij hebben immers direct contact met mensen met een beperking en kunnen mede initiatief nemen.
Nepal heeft al sinds 2006 een Nationaal Actieplan, waarin een grondige werkwijze is beschreven. Na vijf jaar is duidelijk dat er nog veel moet gebeuren. Daarvoor is een lijst met 16 aandachtspunten opgesteld, onder meer dat er een landelijke netwerk moet komen voor ondersteuning van mensen met een beperking en families en dat de coördinatie tussen NGO's en patiëntenorganisaties beter moet worden. Nigeria heeft het VN Verdrag geratificeerd, maar de situatie van mensen met beperkingen is er erg slecht, er is veel discriminatie. De armoede in Nigeria maakt somber over de implementatie.

Een van de deelnemers sluit de workshop af met de conclusie dat zo'n Nationaal Actieplan veel belangrijker is dan de ratificatie van het Verdrag: Pas dan begint het proces echt.

Good, enabling environments

Om deze workshop stof tot discussie te geven zijn er twee presentaties. De eerste schetst een beeld van de situatie in Europa en vooral van die in Nederland. Het beeld van de Nederlanders als een tolerant volk gaat wel op voor de mensen met minder ingrijpende beperkingen. Hen worden mogelijkheden geboden om beter in de samenleving te kunnen deelnemen, al moeten die mogelijkheden niet overschat worden. Maar mensen met een beperking ondervinden veel moeilijkheden met het vinden van gelijkwaardig werk, hebben regelmatig problemen bij toegankelijkheid en krijgen lagere lonen.
Gaat het om de mensen met ingrijpende beperkingen, dan is er van tolerantie en menswaardig bestaan minder te merken. Gedwongen opsluiting, altijd in rolstoel, vastbinden aan bed zijn regelmatig voorkomende praktijken, niet alleen in Nederland, maar ook in andere Europese landen.

Nu is de situatie voor mensen met een beperking in een land als Bangladesh niet rooskleurig te noemen. Hoogstens is het verschil met mensen zonder beperking minder groot dan in het Westen. Voor mensen met een beperking zijn er überhaupt nauwelijks voorzieningen. Johurul Islam Jewel van de organisatie voor blinde kinderen uit Bangladesh tracht met behulp van veel vrijwilligers de situatie voor die kinderen te verbeteren. Een mooi voorbeeld van op de gemeenschap gebaseerde verbetering (CBR).
Hoe vind je blinde kinderen in een land waar de burgerlijke stand minder op orde is? Dat doen Jewel en de zijnen door met sleutelpersonen te werven. Dat zijn mensen die geacht worden goed op de hoogte te zijn van wat er leeft in hun gemeenschap. Zij geven door wie en waar de blinde kinderen zijn. Die kinderen komen naar een plaats waar medische teams ze onderzoeken en bepalen welke behandeling het kind nodig heeft. Een heel Westerse vraag wordt door hem op een niet-Westerse manier beantwoord. Of hij weet hoe voor blinde kinderen veilige speelplaatsen kunnen worden gemaakt. Nee, dat wist hij niet. Sterker nog, hij vindt speelplaatsen apart voor blinde kinderen geen goed idee. Dat verhoogt hun kwetsbaarheid alleen maar.

Employment

Bij Employment zijn verschillende verzekeringsartsen van het UWV aan het woord. Zij moeten vaak ingewikkelde keuzes maken bij de bepaling in hoeverre iemand geschikt is om werk te verrichten en welk werk daar het meest op aansluit. Als dat niet mogelijk blijkt, krijgt de persoon een vergoeding, al naar gelang de onmogelijkheid om werk te vinden.
Wat de verzekeringsartsen opvalt, is dat andere dan medische factoren bij de beoordeling een steeds een belangrijkere rol spelen. Je kunt een werknemer wel weer aan het werk zetten als haar rugklachten medisch gezien zijn verholpen, maar stel nu dat je tijdens de behandeling te weten gekomen bent dat ze een bijzonder stressvol leven lijdt. Haar man heeft haar net verlaten, terwijl ze drie kinderen moet opvoeden, haar zieke moeder moet verzorgen en te maken heeft met een baas die alleen maar productie wil zien terwijl zij haar patiënten ook aandacht wil geven.
Dan is het vreemd om je alleen maar op de medische factoren te richten.

DEEL 3. DE SLOTBIJEENKOMST

Dagvoorzitter Jenny Goldschmidt vroeg aan de voorzitters van de workshops om in een of enkele zinnen te beschrijven welke boodschap aan de workshop was overgehouden.
Hun korte samenvattingen werden verbeeld door illustrator René Krewinkel die hun woorden direct in treffende cartoons weergaf. De oplettende aanwezige had al opgemerkt dat de beginletters van de workshops samen het acroniem “CHANGE” vormen: daar gaat het immers om bij het werken aan een inclusieve samenleving.

Verandering moet bij de kinderen beginnen, was de conclusie bij de workshop over CBR contexts. Maak ze zo snel mogelijk bewust van het leven met beperkingen. Samenwerking tussen de belanghebbende partijen is een must. Alleen zo lukt het tot een inclusieve samenleving te komen, al moet de overheid nog wel een handje helpen. Mensen die zich met gemeenschapsontwikkeling bezighouden moeten daarbij bemiddelen.

Voor de deelnemers aan Human Rights: Democratization & Citizenship was geen eenstemmigheid over de grenzen van wie wel stemrecht heeft en wie niet. Wat wel duidelijk is dat het politieke proces aan iedereen uitgelegd moet worden. Soms moet dat in een verdunde vorm en soms misschien in een vereenvoudigde vorm, maar dat het moet, daar was iedereen het over eens.

Je zoveel mogelijk richten op de rol van de familie en veel aandacht besteden aan kostenbeheersing waren belangrijke bevindingen van de workshop Assistance and Support. De Nederlandse deelnemers waren onder de indruk van de verhalen uit Malawi.

Bij National Action Plans was de boodschap dat alle partijen (de NGO's, de overheidsorganisaties en andere belanghebbenden) gezamenlijk druk moeten uitoefenen op de nationale overheden om een geschikt Nationaal Actieplan te formuleren en te implementeren.

De workshop Good/Enabling Environments komt met een kort en krachtig statement: ‘We hebben de ervaring, we hebben de kennis; het is de hoogste tijd om een volledig inclusieve samenleving te verwezenlijken.’

Bij de workshop over werkgelegenheid (Employment) is de conclusie dat voor hogere participatie banen beter moeten worden afgestemd op de capaciteiten van mensen met beperkingen. Dat kan enkel een kans van slagen hebben als beide partijen zich daar volledig voor inzetten.

Afbeelding Change
Afbeelding Contexts in cbr: cultural change
Afbeelding Assistance and support
Afbeelding Enabling environments
Afbeelding Employment
Afbeelding National Action Plans
Afbeelding Democratization + Citizenship