Wie heeft er nu een beperking?!

Tanja Mol
|

Hoe begin je een blog met een pakkende zin? De meesten op deze website doen dit zeer goed door iets pakkends over zichzelf te schrijven;  een ‘bouwfoutje’ of ‘liggend op een endoscopietafel in verband met een chronische ziekte’. Nu heb ik geen opvallende bouwfoutjes aan mijn lijf en ook geen chronische ziekte. Maar, net zoals iedereen heb ik ook mijn beperkingen. Alleen om nu te beginnen met ‘ik loop uit angst voor duiven soms 3 blokken om’ doe ik niet, eigenlijk vind ik dat ook een klein beetje gênant. Gek eigenlijk, waarom durven de anderen dit dan wel? Wie heeft er hier nu een beperking? Nee, wat ik ga doen is heel ‘dapper’ mijn blog over ‘open communiceren en leren over een beperking’ openen met een uitspraak van iemand anders.

Afgesproken, dat is dan een blind date, je kan me herkennen aan mijn blindenstok en mijn hond.” Met deze uitspraak begon mijn eerste interview van mijn onderzoek. Het onderzoek startte als een evaluatie van de week van de toegankelijkheid, die in oktober 2016 plaatsvond met het thema ‘Aan Tafel’. Uiteindelijk is het onderzoek uitgebreid met de vraag: ‘Hoe toegankelijk is het begrip ‘aan tafel’ in Nederland?’ Door het uitvoeren van dit onderzoek in de vorm van interviews en participerende observaties zijn mijn ogen geopend en ben ik mij af gaan vragen: ‘Wat is een ‘beperking’ eigenlijk?’ Als je gaat googelen komt er in de zoekresultaten ‘een beperking ontstaat wanneer vaardigheden niet of niet optimaal gebruikt kunnen worden’ te staan. Hieronder wil ik een greep doen uit mijn ervaringen die ik afgelopen tijd heb meegemaakt en hier dan op terug komen.

Op pad met negen mensen met een visuele beperking, in een grand café met een koffie en een taartje. De vorkjes worden zonder een woord of geluid in een glaasje midden op onze tafel gezet. Vervolgens zit iedereen met een taartje voor zijn/ haar neus, maar wordt iedereen beperkt deze op te eten doordat er geen vorkje naast ligt. Zou de ober gecommuniceerd hebben dat de vorkjes op de tafel staan, dan werd niemand beperkt bij het eten van het gebakje.

Met een elektrische rolstoel een restaurant naar binnen gaan. Er is geen drempel dus iemand kan in principe zo naar binnen rijden, toch? Maar dan komt de beperking; de deur is te zwaar, maar niemand komt helpen, want er is immers toch een speciale helling gemaakt voor rolstoelgebruikers?

Wil jij misschien een lekker plakje worst?” Ik denk dat ik dit sinds mijn 14e (en dat is nog oud vergeleken met anderen door mijn jong uitziende uiterlijk) niet meer gehoord heb. Dit geldt niet voor iedereen: “Ik ben 43, serieus, omdat ik in een rolstoel zit, ik kan gewoon naar de slager rijden als ik wil, maar ik doe het niet, om weer een vernedering te voorkomen.

‘Vaardigheden die niet optimaal gebruikt kunnen worden.’ Wat mij getriggerd heeft is, wat is nou niet optimaal gebruikt kunnen worden?! Het gaat om leren wat een ander nodig heeft. Het is helemaal niet gek, of dom, als je niet direct weet hoe je met iemand anders zijn handicap het beste om kan gaan maar vraag het. Leer het elkaar. Maak bewust. Vertel de ander wat je nodig hebt, zodat je je vaardigheden wel optimaal kan gebruiken of een ander kan helpen zijn/ haar vaardigheden optimaal te benutten. Want wat blijft er van de handicap dan nog over aan beperkingen?

Dit is wat ik als wetenschapper op persoonlijk vlak heb mogen leren tijdens mijn onderzoek. Wat er verder uit het onderzoek is gekomen zal binnenkort in een artikel gepubliceerd worden. 

 

Tanja Mol is als achtergrond verpleegkundige en werkt nu als gezondheidswetenschapper in het VUmc op de afdeling Sociale Geneeskunde. Daarnaast is ze bezig met het afronden van een onderzoek over de verwachtingen van het VN verdrag rondom de rechten voor mensen met een handicap en over het onderwerp uit de blog. Hiervan zullen binnenkort 2 artikelen van verschijnen.