Vlaming zet kwartiermaken opnieuw en met kracht op de agenda

Doortje Kal
|

Ja, ik ben van kwartiermaken.

In een eerste publicatie - we schrijven 1991 - definieerden we kwartiermaken als volgt: "het bevorderen van een infrastructuur waardoor de participatie aan wonen, werken, weten en welzijn van mensen met een psychiatrische handicap van de grond komt. Het project is gericht op maatschappelijke integratie van mensen die nu maar al te vaak een gemarginaliseerd bestaan leiden. Het raakt precies het gebied waar de beïnvloedingsmogelijkheden van de ggz tekortschieten en waarvoor maatschappelijke betrokkenheid een vereiste is. (…) Het gaat niet om een normaliseringsproces, om het aanpassen van patiënten aan de samenleving. Het gaat om acceptatie (en herwaardering) van 'anders-zijn', om het scheppen van sociale ruimte in de samenleving, om gerichtheid op overlevingskansen van kwetsbare mensen" (brochure Psychiatrie Opbouwwerk Samenleving). 

Deze definitie geldt nu, anno 2017, nog steeds, al is de aandacht sinds 2003 expliciet verbreed naar mensen met een verstandelijke beperking en anderen die met uitsluiting kampen (zie 'Dat het gewoon is dat we er zijn'). In mijn proefschrift 'Kwartiermaken. Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond' (2001) hanteerde ik ook kortweg de definitie 'ruimte maken voor de vreemde ander'.

Sinds 1991 hebben wij, kwartiermakers, niet stil gezeten. In het Voorwoord van de vijfde druk van mijn proefschrift - vanaf de derde druk in eigen beheer uitgebracht - memoreer ik dat alles nog kort. De aanstelling als bijzonder lector kwartiermaken aan Hogeschool Utrecht van 2011-2014 vormde voor mij natuurlijk een hoogtepunt. 

Aanleiding voor de vijfde druk van mijn proefschrift vorig jaar was echter en helaas niet de grote belangstelling voor kwartiermaken in Nederland, waar met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Participatiewet wel alle aanleiding voor zou zijn geweest. Nee, aanleiding was de succesvolle oprichting van de Vlaamse Werkgroep Kwartiermaken onder leiding van de psycholoog Peter Dierinck in 2015.

In 2012 mocht ik Peter Dierinck en zijn trawanten op de hogeschool ontvangen voor een eerste goed gesprek en later trad ik op een studiedag kwartiermaken op in Gent.

Misschien kan de lezer van deze blog begrijpen hoe blij ik ben met de recente verschijning van het robuuste boek van deze Peter Dierinck, een boek dat voor minstens de helft gaat over hoe hij kwartier maakt - vanuit de inrichting èn als ambulante hulpverlener. In dit boek met de hoopvolle titel 'Hoop verlenen' pleit hij voor meer participatie en inclusie en voor een centrale rol voor de begrippen 'Herstel' en 'Kwartiermaken'. Voor Peter Dierinck - en ook voor mij - zijn deze laatste begrippen heel nauw met elkaar verbonden, lopen ze door elkaar in dezelfde optie: een sociale plaats voor iemand vrijwaren en behouden en tegelijkertijd de kwetsbaarheid en de kracht van de persoon erkennen. Daarmee zijn herstel en kwartiermaken twee kanten van de 'inclusie-medaille' zou je kunnen zeggen en wordt de Disability-Studies-slogan 'Nothing about us, without us' krachtig onderstreept.

Voor de hoopverlener is het, volgens Dierinck, de kunst om psychisch kwetsbare mensen graag te zien, maar dan op zo'n manier dat ze tot meer zelfregie kunnen komen. Voor hem verwijst het veel bepleite begrip maatwerk (op de persoon toegesneden zorg) ook naar het zijn van een maatje. Het laatste wat hij doet is mensen aan hun lot overlaten. Hij blijft present en niet alleen bij de psychisch kwetsbare persoon, maar evenzeer bij wat hij in navolging van Andries Baart de secundair kwetsbare familie noemt, en verder overal waar hij kwartier maakt: in de buurt, bij woningcorporaties, in verenigingen en culturele centra, thuiszorgorganisaties, de politie en de gemeente.

Het inspirerende aan zijn boek is dat hij letterlijk voordoet hoe je vanuit het contact met in zijn geval de vaak opgenomen patiënten - letterlijk zij die lijden - kwartier maakt. Aan de hand van talloos veel voorbeelden laat hij heel precies zien hoe dat werkt en hoe dat de betrokkene hoop verleent, zijn of haar herstel ondersteunt. Hij verwijst daarbij ook zeer regelmatig naar mijn werk en ik geef eerlijk toe dat mij dat niet onberoerd laat. Juist omdat in Nederland de beweging naar inclusie, naar ik meen, meer bewust mag zijn van hoe de samenleving van stressbron tot hulpbron is te transformeren.

Behalve heel veel casuïstiek bevat het boek ook leerzame inkijkjes in de geschiedenis van de (ook anti-)psychiatrie, de democratische psychiatrie van Italië, van outsider-art en nog meer.  Dierinck eindigt met een dringend beroep op de psychiatrie zelf om te herstellen - ja richting het verlenen van herstelondersteunende zorg en kwartiermaken.

Om een indruk te krijgen van het boek - lees de voorpublicatie die ik maakte voor Deviant: 'Hoe word je van hulpverlener hoopverlener?'.

Zie voor publicaties over kwartiermaken ook: www.kwartiermaken.nl

Doortje Kal is emeritus bijzonder lector kwartiermaken en nog altijd actief rond kwartiermaken. Ze onderhoudt, sinds het verschijnen van haar proefschrift in 2001, het Landelijk Steunpunt Kwartiermaken.