Verschil maken

Irene van Helden
|

‘Je moet verschil maken om gelijk uit te komen’, is een zinnetje waar ik vaak aan moet denken. Ik hoorde het mijn oud-collega Jacqueline Kool jaren geleden zeggen tijdens een lezing voor een grote groep gemeenteambtenaren. De avond ging over inclusieve gemeenten en de ratificatie van het VN-verdrag Handicap. Ik zag mensen in de zaal ijverig meeschrijven. Jacqueline’s uitspraak sprak tot de verbeelding en is een waarheid als een koe.

Toch valt me op dat deze uitspraak in het dagelijkse leven ook net zo vaak op onbegrip stuit. ‘Hoezo mag jij sneller een pauze nemen op jouw werk of langer doen over jouw tentamen vanwege jouw beperking?’ Mensen kunnen verbaasd reageren en zien uitzonderingen als priveleges.

Als bewoner uit Tricht ben ik betrokken bij het Platform Toegankelijk West Betuwe en kom ik het ook tegen. Een caféhouder zei tegen me (vóór de coronacrisis): ‘Als we subsidie krijgen van de gemeente, dan zal ik het toilet toegankelijk maken.’ Hij kan of wil er zelf geen geld aan uitgeven, waarmee hij een deel van zijn potentiële bezoekers uitsluit. Het is ondenkbaar dat een ondernemer zou zeggen: ‘Ik ga geen wc plaatsen in mijn cafe, dat kost maar geld’.

Een lokale slager meldde het nut er niet van in te zien om zijn bbq en uithangborden voor zijn winkel te verplaatsten, voor ‘die ene blinde of slechtziende’ die langsloopt.

Verschil maken kan worden uitgelegd als luxe terwijl het bedoeld is om een ongelijke situatie aan te pakken. Een situatie die nota bene in eerste instantie is ontstaan doordat bij het inrichten van de omgeving geen rekening wordt gehouden met mensen met beperkingen. Zoals in het openbaar vervoer waar treindeuren niet aansluiten op het perron, waardoor rolstoelgebruikers gebruik moeten maken van servicediensten en niet zelfstandig een trein in of uit kunnen.

Verschil maken is geen geste maar een plicht, gebaseerd op het VN-verdrag Handicap. Het is een noodzaak om tot een gelijkwaardig bestaan te komen voor mensen met en zonder beperkingen. Denk aan het verrichten van aanpassingen om een arbeidsplaats toegankelijk te maken, gebarentolken inschakelen bij persconferenties, of inclusief vergaderen zodat mensen met een verstandelijke beperking zich ook kunnen uiten over wat zij belangrijk vinden.

Verschil maken om op hetzelfde uit te komen staat haaks op ‘zo doen we het nu eenmaal’. Iedereen heeft zijn eigen belangen als het gaat om verandering of juist behoud van wat er is. Verschil maken gaat dan ook regelmatig gepaard met weerstand of onbegrip.

Hoe om te gaan met dit onbegrip of die weerstand houdt me bezig en ervaar ik als een uitdaging voor de toekomst. Niet alleen in mijn eigen gemeente maar ook in mijn werk voor Disability Studies in Nederland gaat het daar over. Het vakgebied Disability Studies bestudeert het leven met een beperking in de maatschappelijke context. Ze focust niet op de (medische) maakbaarheid van de mens, maar richt zich op een maakbare samenleving, een samenleving waar rekening wordt gehouden met inwoners in al hun diversiteit. De oorsprong van Disability Studies komt uit het activisme. En nog steeds draait het wetenschappelijk vakgebied om ongelijkheid aankaarten, benoemen, bestuderen,  en onderwijzen. Om vervolgens een stap verder te zetten richting het opheffen van die ongelijkheid én om mensen aan te moedigen om verschil te blijven maken.

 

Irene van Helden werkt als communicatiecoördinator voor Disability Studies in Nederland en is actief betrokken in haar eigen gemeente bij het Platform Toegankelijk West Betuwe en het Platform Tricht Springlevend.