Het ideaal van erbij horen

Mieke Cardol
|

Sinds een paar maanden ben ik lid van een sportschool. Ik heb lange tijd getennist, maar dat is al lang geleden en ik wilde weer iets aan sport doen.

Voor mij is de sportschool een kennismaking met een totaal nieuwe wereld. En dat gaat niet vanzelf. Ik voel me nu, na een paar maanden, nog steeds een buitenstaander en heb het idee dat ik niet de ‘codes’ ken die horen bij een sportschool. Ik val uit de toon, heb andere (de verkeerde?) sportkleding, begin een praatje als dat niet de bedoeling is en ben ook nog eens niet getraind.

Nu is dat allemaal niet zo erg omdat ik niet afhankelijk ben van sociale contacten in de sportschool. Toch vind ik het wel vervelend en ik merk dat ik er onzeker van word. Is dit gevoel van er niet bij horen een klein beetje vergelijkbaar met wat mensen met een beperking veel vaker kunnen voelen, zo vraag ik me af?

In ons onderzoek Thuis in de gemeente hebben mensen met een verstandelijke beperking verteld wat zij belangrijk vinden als het gaat om je thuis te voelen in je woonplaats. Erbij horen is een belangrijk thema. Erbij horen betekent dat je in de buurt woont en ook dat je post ontvangt van de gemeente, net als elke volwassen inwoner.

Als je het zo bekijkt, lijkt het ideaal niet ver weg, het moet toch niet moeilijk zijn om dit te realiseren. Maar de medeonderzoekers en respondenten in ons onderzoek vertellen dat erbij horen ook gaat over dat je andere mensen kent in de gemeente, en dat je je niet anders voelt. Dit is misschien moeilijker te realiseren. Of toch niet? Mensen met een beperking zelf zijn al hard bezig om de ideale wereld dichterbij te halen. Eén iemand vertelt: “Ik ben zelf heel blij dat ik bij een gewone sportschool ben en ga er niet meteen mee te koop lopen dat ik iemand met een verstandelijke beperking ben. Maar als het ter sprake komt dan ga ik het ook niet verzwijgen. Ik zit bij een mannen-sportschool en daar zei iemand: ‘Jij hebt een beperking’ en ik vertelde over de LFB (Belangenvereniging voor mensen met een verstandelijke beperking). En hij zei: ‘Ik heb ook een beperking, ik heb maar één oor’.”

Goede voorbeelden doen goed volgen: ik weet wat ik kan doen als ze me weer raar aankijken op de sportschool: mijn verhaal vertellen. Meer algemeen denk ik dat mensen met een beperking zelf veel meer zouden kunnen vertellen over hoe ze dat erbij horen aanpakken. Zo wordt persoonlijke ervaringskennis wij-kennis, en daar kunnen heel veel mensen hun voordeel mee doen!

Mieke Cardol
Onderzoeker, NIVEL
M.Cardol@nivel.nl