Vrije Universiteit zet de deur wijd open voor studenten met een functiebeperking

“Het is onze verantwoordelijkheid om de VU voor iedereen toegankelijk te maken”, zei Vinod Subramaniam, de net aangetreden uit India afkomstige rector magnificus van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij deed deze uitspraak op 1 oktober 2015 tijdens een studiemiddag over studeren met een beperking en inclusief onderwijs georganiseerd door de leerstoel Disability Studies. Hij zette met deze uitspraak de deur nadrukkelijk wijd open voor inclusief onderwijs aan de VU en legde een verklaring af van sympathie voor inclusief onderwijs voor studenten met een beperking. Hij benadrukte in zijn inleiding dat hij als eerste kleurling in de geschiedenis van de VU het ambt van rector magnificus bekleedde.  Om zijn ervaringsdeskundigheid in het veld te onderstrepen, zei hij ook wel eens zonder directe aanleiding door de Amsterdamse politie te zijn aangehouden. 

De lunchbijeenkomst had als onderwerp het VU-beleid ten aanzien van studeren met een functiebeperking. Marjolein Touwen, adviseur studeren met een beperking van het Centrum voor Studie en Loopbaan, monitorde het beleid van de diverse VU faculteiten voor studeren met een beperking. De door de minister van Onderwijs ingestelde commissie Maatstaf ziet toe op het wegnemen van belemmeringen voor deelname aan hoger onderwijs voor studenten met functiebeperkingen. De commissie hanteert een aantal uitgangspunten. Een uitgangspunt is dat de instellingen in het hoger onderwijs de spil zijn rond het treffen van  aanpassingen en voorzieningen voor studenten met een functiebeperking. De commissie komt in zijn advies aan de minister van Onderwijs daarnaast tot aanbevelingen over voorlichting en informatie, fysieke infrastructuur, begeleiding, deskundigheid, leerroutes, toetsing en examinering en waarborgen voor kwaliteit en continuïteit. 

Het doel van de monitor is na te gaan of per 1 januari 2016 alle maatregelen uit het beleidsplan en de verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het gehele beleid zullen zijn nagekomen. “We hielden gesprekken met de faculteiten en met de ondersteunende diensten, ” aldus Touwen. Resultaat van de monitoring was een toegenomen bewustwording van het onderwerp en een grote bereidheid om aan de uitgangspunten te voldoen. Ook bleek dat aan het grootste deel van de eisen uit het VU-beleid functiebeperking al wordt voldaan. Er worden nog aanbevelingen gedaan om extra stappen te zetten, zoals op het gebied van digitale informatievoorziening en toegankelijkheid, duidelijk onderscheid tussen verschillende rollen en het toerusten van docenttutoren. Een vraag die tijdens de discussie naar boven kwam was, om welke hoeveelheid studenten met een beperking het ging. Het verdient aanbeveling de aantallen verder te onderzoeken omdat ze uiteenlopen. Zie daarvoor bijvoorbeeld deze gebruikerstoets van het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie, die een ander getal noemt (3 op de 10 studenten heeft een functiebeperking) noemt dan dit rapport van de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten (5,7 en 9,3 procent van alle voltijd bachelor wo- en hbo- studenten).

Diverse studenten waren aan het woord om hun ervaringen met de mate van inclusiviteit aan de VU toe te lichten. Vierdejaarsstudent Geneeskunde Amber heeft ADHD. “Het complexe is dat ADHD niet zichtbaar is.” Ze vertelde dat het haar veel moeite kost om op tijd te komen, hetgeen bij haar beoordeling werd gezien als onprofessioneel handelen. Bovendien duren tentamens vaak 4 uur hetgeen voor haar beperkt concentratievermogen problematisch is. Aan een half uur extra tentamentijd heeft zij dan ook geen behoefte.

Vierdejaarsstudent Bewegingswetenschappen Isabelle krijgt binnen haar studie veel begrip voor haar handicap. Maar je moet je klachten wel bij veel verschillende studieadviseurs en studentendecanen melden. “Ieder heeft zijn eigen straatje”, aldus Isabelle. “ Tekenend voor de moeite die ze heeft om aandacht te krijgen voor haar lichamelijke beperking was een anekdote over het ter beschikking krijgen van een laptop. “Je moet overal achteraan.  De VU had een laptop zonder wachtwoord aan mij ter beschikking werd gesteld. De medewerker die het wachtwoord wist, was met vakantie. Ik moest dus terugkomen. En in een rolstoel kost dat meer tijd.” 

Adviseur studeren met een beperking Arieke Duijzer coördineert de studiebegeleiding van studenten met de diagnose autisme. Voor deze studenten is onder andere het plannen van de studie vaak een probleem en studentbegeleiders kunnen hen daarbij begeleiden. Ze leren studenten om zo actief als mogelijk met hun autisme om te gaan. Vooral het eerste jaar is vaak moeilijk. Daarnaast is er dikwijls sprake van comorbiditeit, omdat naast autisme ook andere problemen spelen.

Studenten Psychologie Moira Bruins en Marianne Vreugdenhil begeleiden studenten met autisme en met succes. Vreugdenhil vertelt over een student Archeologie die al zijn vakken had gehaald, maar zijn scriptie door zijn autisme niet kon voltooien. Zijn voorkeur voor details en een gebrekkig oog voor het geheel zorgde ervoor dat zijn scriptie steeds verder uitdijde. Ook bij deze student hielp het om te coachen op het plannen, structuur aan te brengen, af te grenzen en het contact met de scriptiebegeleider te bevorderen. Inmiddels is de student succesvol afgestudeerd. 

Geert van Hove, hoogleraar Disability Studies aan de VU, vatte de discussie samen. Hij benadrukte de complexiteit van de studietijd, de overgang naar zelfstandigheid, die studenten moeten maken. “Hoezeer kun je daardoor niet in de war raken?”, aldus van Hove. Voor zover klachten uit de getallen naar voren komen zijn ze weinig gedifferentieerd en kan het dus zinvol om meer specifiek te zijn over de aard van de psychische klachten en de hoeveelheid waarin zij voorkomen. Is het zinvol om twee keer in het jaar migraine mee te nemen in rapportages? Ook moeten de faculteiten meer zijn ingericht op studeren met een beperking. “Als je 25 keer moet uitleggen dat je ADHD hebt, dan krijg je het vanzelf”, zei van Hove. Hoe inclusiever de cultuur en het studieklimaat, hoe minder misverstand over de aard en omvang van lichamelijke en geestelijke beperkingen er kan ontstaan. 

Door: Olivier Lingbeek

De in de tekst genoemde rapporten zijn als downloads bijgevoegd.