Van Zorgreflex naar Sociaal Netwerk

Hoe realistisch is het streven van de overheid naar zelfredzaamheid voor mensen met een verstandelijke beperking? Vanuit de samenleving is er in ieder geval veel bereidheid om deze mensen te helpen. Om vrijblijvendheid tegen te gaan is het zaak vroegtijdig een sociaal netwerk op te bouwen.

Zo begint het artikel dat Willem Jan Meerding, Ayeh Zarrinkhameh en Annet den Hoed schreven voor de website www.socialevraagstukken.nl. Het artikel met als titel 'Van Zorgreflex naar Sociaal Netwerk' vormt een onderdeel van het digitale dossier 'zelfredzaamheid met verstandelijke beperking' op genoemde website. Alice Schippers heeft een eerdere versie van dit artikel van commentaar voorzien.

De auteurs zijn adviseurs bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Ze hebben een onderzoek laten uitvoeren door TNS NIPO waaruit blijkt dat ongeveer een kwart van de volwassen bevolking regelmatig (maandelijks, wekelijks, of dagelijks) contact heeft met iemand met een verstandelijke beperking (RVS, 2015). Het gaat doorgaans om een praatje, bezoek, samen leuke dingen doen, en sociaal-emotionele steun. In mindere mate bieden mensen praktische hulp, zoals vervoer of hulp in het huishouden. Hoe kan dit ‘altruïstisch overschot’ worden benut, en aan de motieven die welwillenden hebben tegemoet worden gekomen? Waarbij het uiteindelijke doel voorop blijft staan: dat mensen met een verstandelijke beperking zelfstandig kunnen meedoen in de samenleving, en dat hierbij hun eigen behoeften leidend zijn.

Het onderzoek is ter voorbereiding van een advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving over mensen met een verstandelijke beperking.

Lees hier het hele artikel.