Expertitis – de ontstoken expertise

Anoniem
|

De al oudere Robert Zimmerman (Bob Dylan voor zijn fans) heeft als inmiddels tachtigjarige bard ongeveer 600 liedjes op z’n conto staan. De teksten hoppen tussen verhaaltjes, aanklachten, beschouwingen, commentaren, inzichten, meningen, dromen en Dylans ervaringswerelden. Voor al die liedjes bij elkaar kreeg Dylan in 2016 de Nobelprijs voor Literatuur. In zijn acceptatiespeech meldde Dylan dat hij dankbaar was dat zijn liedjes een plaats hebben gekregen in de levens van vele mensen. Dylan heeft het dus niet over zichzelf als persoon, als individu, als schrijver of singer-songwriter, maar over zijn songs. De persoon van de auteur verdwijnt volledig in de liedjes (prozagedichten) en de mythes die daaromheen dankzij anderen dan Dylan zelf zijn ontstaan.  

Dylan heeft altijd in de vorm van liedjes met de wereld gecommuniceerd, uitgezonderd het eerste deel van zijn eigen levensverhaal dat onder de titel ‘Kronieken’ openbaar is gemaakt. Tijdens interviews en in zijn doen en laten ‘on stage’ ten aanzien van het publiek en de bandleden, heerst tot op de dag van vandaag een zweem van kolder; in de dubbele betekenis van het woord; kolder in de zin van een leren vest ter bescherming van de drager, én in de betekenis van gekte – kolder in de kop – hersenziekte bij dieren. Dylan wilde zich onder geen enkel beding laten indelen, als folksinger noch als hobo noch als genie noch als stem van een generatie. Zo gauw een fixatie-van-buitenaf dreigde, ontsnapte Dylan door iets anders te gaan doen dan wat werd gedacht/verwacht/gewenst. Denk bijvoorbeeld aan zijn inwisseling van de akoestische in een elektrische gitaar, of zijn geloofsliedjes. Dylan wil steeds ontsnappen aan het als persoon gesnapt worden – Dylan wil ont-snappen, in de letterlijke betekenis van het woord. Men luistert maar naar de songs want verder heeft Dylan niets te zeggen. Zelf zei Dylan: “ze willen weten wat niet te weten is”; en “ze kwamen om te staren, niet om te participeren.” ([1])

 

Maar daar kan de dichter en gezondheidszorgpsycholoog Anne van A. helaas geen genoegen mee nemen. Zelf is zij nog nooit bij een Dylan-concert geweest, maar ze vermoedt dat Dylan toch wel wat autistische trekjes vertoont. Ze diagnosticeert niet hoor, ze ziet slechts gedragingen die ze graag zou willen onderzoeken. Dylan wilde overigens duidelijk iets dempen in de periode dat hij drugs gebruikte. (pag. 180/181) Pffff.

Bij Mevr. Anne van A. heeft de gezondheidszorgpsychologie de dichter ingepakt om de wereld naar de hand van de genoten scholing te zetten. Gelukkig trekt Dylan zich niet aan van de effecten van Van A’s expertitis – van haar ernstig ontstoken expertise die Dylan in zijn wijze van zijn (being), wijze van erbij horen (belonging) en wijze van worden (becoming) aanraakt. Deze drie begrippen worden bij het vakgebied Disability Studies gehanteerd, maar getuige Mevr. Anne van A. zullen we een vierde B eraan toe moeten voegen; te weten: Bewaring – erop passen. ([2]) Bewaring wordt dan bij Disability Studies de bottom line, de grensbepaling aan de onderkant van expertise, de nullijn van het weten van de expert waaronder de deskundige zich niet mag ophouden. Onder die nullijn leeft het alledaagse leven het eigen leven dat met rust gelaten moet worden, opdat de rijkdom en ondoorgrondelijkheid van het leven niet uit het alledaagse leven wordt weggekend. Ze moeten niet willen weten wat niet te weten is, zei Dylan immers.

Gert R. Rebergen
(auteur bij DSiN bekend)


[1] H.P. Smilde (2019) How does it feel. Leven met Bob Dylan. Tielt: Lannoo.

[2] Expertitis is de ziekelijke vorm van expertisme = het bovenmatig geloof in het geschoolde denken – spreken – handelen. Het voorstel om Bewaring toe te voegen aan Being, Becoming en Belonging, is terug te vinden in: G.R. Rebergen (2022). Als gebaren morrelen. Rotterdam: Brave New Books.