Gewoon Anders
“Door mijn vriend ging ik er luchtiger naar kijken. Die was er zo nuchter over. Ik had toen nog die verblijfskatheter, met zo’n zak eraan. Die moest ik telkens legen. Maar op een keer, ik zat op de bank, ging het mis."
“Door mijn vriend ging ik er luchtiger naar kijken. Die was er zo nuchter over. Ik had toen nog die verblijfskatheter, met zo’n zak eraan. Die moest ik telkens legen. Maar op een keer, ik zat op de bank, ging het mis."
Tot mijn vreugde kreeg ik vorige week een email van Wendy. ‘Ja, ik kom!’, schreef ze. Wendy is een van de mensen die ik geïnterviewd heb voor ons onderzoek. Net als alle andere interviewkandidaten is ze uitgenodigd voor ons afsluitend symposium. En nu wil ze dus komen. Dat is fijn. Het contact met respondenten vormt een belangrijke basis van het onderzoek.
Peter is 65 jaar en hoort inmiddels wat slechter. Hij kan daar al jaren goed mee leven. Maar dan gebeurt het. Twee keer achter elkaar. Na het geven van een lezing kan hij niet adequaat reageren op vragen uit het publiek. Hij hoort ze simpelweg niet goed. Hij staat voor schut, voelt dat hij tekort schiet, en hij besluit dat een hoortoestel onontkoombaar is geworden.